Hohe Messe by J.S. Bach, BWV 232, Wouter Olthuis

Credo

door

Horen, zien, geloven. Ik hoorde de fuga, maar was slechts gericht op het ervaren en tellen van de inzetten van de stempartijen en kwam tot 5. Ik zag de 5 zangpartijen in ons piano-uittreksel en keek niet naar de pianopartij, een schimmig mengsel van zang- en instrumentale partijen. Ik geloofde het pas toen ik de partituur bestudeerde in plaats van het piano-uittreksel: het Credo is een 7(!)-stemmige fuga. (van Hengel is daar duidelijk in bleek bij herlezing.)

Dat is uitzonderlijk en mag dus onder de aandacht worden gebracht. (In de 48 fuga’s van de twee delen van zijn Wohltemperierte Klavier beperkt Bach zich hoogstens tot 5-stemmige fuga’s.)

Gregoriaans Credo thema
Het gregoriaanse ‘Credo in unum Deum’, de basis van het fugathema dat Bach gebruikte in zijn Credo (Wikimedia Commons).

De eerste 5 thema-inzetten zijn voor het koor, de tenoren beginnen en dan volgen de bassen, alten, eerste- en tenslotte de tweede sopranen, keurig volgens het boekje tonica en dominant inzetten (hoewel Bach atypisch het eerste thema op de dominant (de e) laat beginnen; het stuk staat in de mixolydische (kerktoon)ladder van A). Deze 5 koorinzetten van het fugathema toon ik hier niet, dat kost zo’n 2 bladzijden muzieknotatie en dan verlies ik mijn lezers.

Wel laat ik hieronder de 6e en 7e inzet van het thema zien, gespeeld door de 1e en 2e viool. Als violen konden spreken, zou hier ‘Credo’ hebben geklonken. Door hun hoogte en positie boven de zwoegende zangstemmen gelooft God het daaropvolgende ‘in unum Deum’ ook wel zonder tekst.

violen fuga inzet
Mt. 14-20 van het Credo met de 6e en 7e inzet van het fugathema door de violen.

Het bovenstaande is geen nieuws, maar muzikaal wel bijzonder. Voor dit ‘Credo’, het openingskoor van het 2e deel (het Symbolum Nicenum) van de Hohe Messe zal Bach opzettelijk een 7-stemmige fuga op de tekst ‘Ik geloof in één God’ hebben gecomponeerd: 7 is immers het getal van de volheid.

Wél nieuwswaardig is de laatste inzet van het fugathema gezongen door de bassen. Deze inzet is opvallend, want alle noten hebben een dubbele nootwaarde gekregen; ieder toon van het thema duurt, eenmalig in deze fuga, twee keer zo lang als in het oorspronkelijke thema. Daardoor, en omdat het door de bassen wordt gezongen - klinkend als harmonisch fundament van het hogere - is het eenvoudig niet te missen.

basinzet fugathema
De 14e inzet van het fugathema door de bassen in mt. 33 van het Credo in augmentationem d.w.z. met de duur van de noten verdubbeld t.o.v. de noten in het oorspronkelijke thema.

Dit is zichtbaar, hoorbaar en door velen opgemerkt. Wat is er dan nieuw aan (althans ben ik het in mijn bronnen niet tegengekomen)? Nou, dat deze bijzondere inzet de 14e betreft; 14 is het Bach-getal (B=2, a=1, c=3, h=8; B+a+c+h=14). Bach zelf belijdt hier onverholen zijn geloof: ‘Credo in unum Deum: Ik geloof in één God.’

Genoemde voorbeelden van getallensymboliek in dit Credo zijn veelzeggend en hoorbaar. Er schuilt nog meer numerologie in dit stuk, maar die is niet hoorbaar en daar besteed ik dus geen aandacht aan.