Heilig - I
door Wouter Olthuis
Schrijven over de Hohe Messe van Bach doe ik uit enthousiasme: geestdrift over een ontdekking in de muziek of opgetogenheid over de muziek zelf. Die muziek moet dan wel klinken en dat gebeurde overvloedig afgelopen zaterdag op een studiedag van ons koor. Tijdens zo’n dag werken wij aan technische uitdagingen en verrijken wij ons muzikaal inzicht, ditmaal onder leiding van professioneel musicus, tenor Falco van Loon. Ik ben fan van Falco, niet eens omdat hij zijn zangcarrière is begonnen bij ons koor, maar vooral omdat hij zo ontzettend mooi zingt: sinds hij lang geleden gewoon als tenor in ons koor soleerde in het deeltje Gute Nacht van het Bach-motet Jesu, meine Freude, ben ik fan. God, wat was dat mooi.
Een gelijksoortige uitwerking als het Gute Nacht zo’n 20 jaar geleden op mij teweegbracht, bereikte Falco afgelopen studiedag bij de behandeling van het Sanctus uit de Hohe Messe, deze keer als dirigent. Hij had ons koor gesplitst in één rij sopranen en alten, en één rij tenoren en bassen, zo’n 3 meter van elkaar met hemzelf ertussen. Met een enorme bevlogenheid, blijk gevend van zowel kennis van, als liefde voor dit Sanctus zwiepte hij met handen, lijf en mimiek het engelengezang (want dat is het Sanctus) van de ene rij naar de tegenoverstaande rij. De triolende Engelen vlogen multidimensionaal door de ruimte, terwijl de bassen gestaag de God der heerscharen lieten binnenkomen in doorlopende octaafsprongen.
Het resultaat was overweldigend. Helaas. Het zingt namelijk niet zo lekker, als je overweldigd bent door de muziek. Dus dat is nog een leerpuntje voor mij: de emotie moet bij u, de toehoorder terechtkomen, en niet bij mij, één van de vertolkers. We werken eraan.
Nu verder eens geen notenvoorbeelden uit het Sanctus met lastige theorie of moeilijke getallensymboliek. Dat komt later nog wel eens, want, oh, er valt veel te vertellen over dit deel. Nu slechts gewoon een keer melding van mijn opgetogenheid over de muziek zelf.