Hohe Messe by J.S. Bach, BWV 232, Wouter Olthuis

Heilig - III

door

Doorgaans kies ik de inleiding van een bijdrage zorgvuldig: u krijgt goed zicht op het uitgelichte onderwerp. Ditmaal valt het onderwerp samen met het feit dat dit de derde en dus laatste bijdrage is over het Sanctus: getallensymboliek of numerologie in het Sanctus. De engelen riepen immers driemaal ‘Sanctus!’: "Heilig! Heilig! Heilig is de Heer van de hemelse legers!" Niet twee- of viermaal, maar drie keer. Niet mis te verstaan voor mensen die getallensymboliek gebruiken in hun werk, zoals veel componisten.

Ik houd mij verre van een bespreking van getallensymboliek: de definities van numerologie op de Nederlandse, Duitse en Engelse Wikipedia pagina1 zijn reeds zo verschillend en deels subjectief dat ik niet graag mijn hand in dat wespennest steek. Ik beperk mij tot een vertaling van de betekenisomschrijving van de Duitse Wikipedia pagina, die mij veilig lijkt: ‘Getallensymboliek is het toekennen van betekenissen aan getallen of combinaties van getallen, waarbij de getallen een symbolische functie krijgen die verder gaat dan hun wiskundige functie.’

De voorbeelden die ik geef van de getallen, verwerkt in het Sanctus zijn afkomstig uit Jesaja, hoofdstuk 6. Daarop is immers de tekst van het Sanctus gebaseerd. Het gedeelte met de getallen haal ik hier aan:

Elke engel had zes vleugels. Met twee vleugels bedekten de engelen hun gezicht, met twee vleugels bedekten ze hun voeten en met twee vleugels vlogen ze.  En de engelen riepen tegen elkaar: "Heilig! Heilig! Heilig is de Heer van de hemelse legers!”

Serafim Engel
Een afbeelding van een zesvleugelige engel, een zogenaamde Serafim, uit 1378, te zien in de Sofiakathedraal te Novgorod.2

Het moge duidelijk zijn: drie maal twee vleugels, zes dus per engel, die in groepen driemaal ‘Sanctus’ riepen. Het draait dus om drie en zes. Een rechtgeaard numeroloog zal het wellicht helemaal niet spooky vinden, dat de uitroep van de engelen in Jesaja 6:3 staat, maar dat terzijde.

Daar gaan we dan: dit Sanctus is het enige zesstemmige koor van de Hohe Messe. Het is ook het enige deel, waarin niet alleen de strijkers en de koperblazers, maar ook de houtblazers met drie stemmen zijn bezet: drie instrumentgroepen, die ieder driestemmig spelen.

alle instrumenten
Aan het begin van het Sanctus spreken alle stemmen, ook de instrumentele. Te zien zijn de drie instrumentgroepen, strijkers, koperblazers en houtblazers, alle driestemmig bezet; de 3e hobo is verder nergens aanwezig in de Hohe Messe. En nee, het ligt niet aan uw browser; deze figuur heb ik liggend afgebeeld.

Ook kent het eigenaardige paukenritme, besproken in de vorige bijdrage, zes slagen en komt deze ritmische figuur drie maal zes keer voor in het eerste gedeelte van het Sanctus3. Voor het begin van de volgende fuga ‘Pleni sunt coeli’ klinkt de paukenroffel nog driemaal, telkens op een luid, homofoon, lang aangehouden ‘Sanctus!’ van alle zangers en alle instrumentalisten. Nogal tutti, dus.

Tenslotte, symbolisch én muzikaal indrukwekkend is het fugato vanaf maat 29. Hier klink zesmaal een thema op het woord sanctus, perfect na elkaar ingezet, maar telkens één toon hoger van d naar b. Als je ook nog de gelijktijdige thema-inzetten in de twee laatste maten meetelt, op de cis en de d, dan wordt het volmaakte, goddelijke octaaf bereikt. Slechts vier maten luisterrijke muziek, waarin symbolisch de engelen, opgaand, naar God reiken.

Fugato in Sanctus
Maat 29-32 van het Sanctus: een muzikaal én symbolisch hoogstandje. De zes inzetten (rood) van dit fugato verwijzen naar engelen, de twee overige parallelle inzetten (groen) maken het octaaf vol en verwijzen naar de volmaakte God en de telkens één toon hogere fugato-inzet verwijst naar het reiken van de engelen naar God.

De gegeven voorbeelden zijn vormen van eenvoudige getallensymboliek: engelen met zes vleugels, die drie keer ‘Sanctus!’ roepen, laat zich rechtstreeks vertalen naar aantallen stemmen, inzetten en instrumenten. Minder eenvoudige getallensymboliek is lastiger te vinden, te beschrijven en is vooral subjectiever. Deze ingewikkelde vorm van numerologie is volgens sommigen4 zeker in de muziek van Bach aanwezig. Ik ga daar niet op in, want ik heb er moeite mee deze vorm van waarzeggerij objectief te verenigen met de muziek van Bach. Toch een terzijde:

Het kostte mij moeite om in deze bijdrage mijn gebruikelijke enthousiasme voor Bachs muziek te verenigen met het gekozen onderwerp: numerologie. Ik heb dan ook eenvoudige voorbeelden gekozen, en mijn enthousiasme kwam pas terug bij het laatste voorbeeld, waarin de getallensymboliek zich verenigt met een hoorbaar indrukwekkend resultaat. Juist daarin schuilt mijn probleem met numerologie: zou Bach niet nog mooiere, indrukwekkender muziek hebben geschreven als hij zich niet had beziggehouden met getallensymboliek? Zijn de beperkingen die Bach zich oplegt door numerologie serieus te nemen niet begrenzend voor dat wat er klinkt: zijn composities? Mijn vrouw kwam -dit besprekend aan de eettafel- met twee tegenwerpingen. Deze vrijwillig opgelegde randvoorwaarde van de numerologie kan Bach tot hogere creativiteit en spitsvondigheden hebben gedreven, en voorts is getallensymboliek óók een taal, een vehikel om een boodschap over te brengen, net zoals muziek dat is. En twee talen kunnen meer zeggen dan één. Dat is zo.

Bronnen:

1 Wikipedia pagina's geraadpleegd op 9-1-2024. De Nederlandse pagina noemt numerologie in de definitie al een vorm van waarzeggerij.

2 www.adengels.nl/studie/Serafiem.htm

3 Eduard van Hengel, Johann Sebastian Bach – vocale werken

4 Bijvoorbeeld: Bach en het getal, Kees van Houten, Marinus Kasbergen, Walburgpers