Hohe Messe by J.S. Bach, BWV 232, Wouter Olthuis

Homofoon

door

Om de pers te wijzen op onze uitvoering van de Hohe Messe hebben het jongste koorlid, Eva, en het langstzittende koorlid, ondergetekende, elkaar geïnterviewd1. Dat was bijzonder; wij dwongen elkaar te praten over zaken waarvoor gedeeltelijk geen geschikte woorden bestaan. Ons verschil in leeftijd, ervaring en smaak werd moeiteloos overbrugd door het onzegbare. Eén van de dingen die mij trof in haar antwoorden was het genoegen dat zij zei te ervaren bij de overgang van een polyfoon naar een homofoon gedeelte in Bachs Hohe Messe. Deze mij aangereikte waarneming vergt nader onderzoek.

Neem nu het Sanctus. Dat is niet echt polyfoon, maar heeft wel het karakter van meerkorigheid. Woest klapwiekende rijen engelen die luidkeels om de beurt God prijzen, komen ineens tot elkaar en tot rust als de Heer der heerscharen naderbij schrijdt. Voor vijf van de zes zangstemmen gaat de drukke meerkorigheid over in serene, majesteitelijke homofonie. Dat is wel een momentje, ja.

homofoon gedeelte in Sanctus
Maat 34-36 van het Sanctus, de klapwiekende engelen komen plotseling homofoon tot rust in de aanwezigheid van de volmaakte (want in octaven), naderbij schrijdende Heer.

Dit Sanctus stamt uit 1724. Bach was klaarblijkelijk zelf ook tevreden met het bereikte effect, want hij herhaalde dit kunststuk in het Cum Sancto Spiritu dat in 1733 in deze vorm tot stand kwam. Ook hier geven alle hoge stemmen in maat 132-134 de eer homofoon aan God de Vader op Patris terwijl de bassen wederom in octaven de Vader personifiëren.

Vervolgens ben ik in de gehele Hohe Messe opzoek gegaan naar momenten waar Bach in zijn polyfone delen (de vele fuga’s) ineens homofone gedeelten schrijft. Die momenten zijn zeldzaam. Dat is ook niet zo verwonderlijk: in een fuga volgen de thema’s en dus ook de daarop gezongen tekst elkaar op. Een componist moet moeite doen om een homofoon gedeelte te schrijven waarin ritme en tekst samenvallen. Als Bach die moeite neemt, is het goed je oren te spitsen: waarom vraagt hij om aandacht?

Allereerst om duidelijk te maken wie onze eer verdient: God (in den hoge) in het Gloria. Alleen Deo verdient een homofone maat. In het aansluitende en daarbij behorende deel Et in terra pax licht Bach een aantal keer homofoon pax uit. Tenslotte zijn er nog homofone gedeelten in Et resurrexit op de tekst in tertia die (op de derde dag) en non erit finis (zal geen einde hebben).

homofonie in Gloria en Et in terra pax
Maat 30-33 van het Gloria (links) en maat 162-163 van het Et in terra pax (rechts), waarin Deo en pax (in groen) door plotselinge homofonie worden uitgelicht.

Dat zijn de homofone gedeelten die ik in de Hohe Messe heb gevonden2. Daarbij ben ik wel streng geweest: tekst én ritme moeten samenvallen en begin- en slotmaten heb ik uitgesloten (zoals Kyrie, Osanna en amen). De hierboven genoemde homofone gedeelten heeft Bach bewust in zijn polyfone stukken gecomponeerd. Ze vallen zeker op en met onze kennis hierover kunnen wij, uitvoerders, er nog wat glans aan toevoegen.

Noten:

1 In aanwezigheid van bedenker en moderator Susanne.

2 Het meest dramatische gebruik van plotselinge homofonie in meerstemmig geweld heeft Bach voorbehouden aan de Matthäus Passion, wanneer alle stemmen van beide koren opeens éénstemmig scanderen ‘denn er hat gesagt: “Ich bin Gottes Sohn ‘.