Hohe Messe by J.S. Bach, BWV 232, Wouter Olthuis

Koningin van de Nacht

door

Maar die is toch van Mozart, uit diens Zauberflöte? Klopt, klopt helemaal, en dan lijkt de afstand tot de vrome Bach en diens Hohe Messe groot. Toch hebben Mozarts ‘Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen’ en Bachs ‘Laudamus te’ iets bijzonders gemeen. Dat ga ik hier uit de doeken doen.

Al eerder hebben we gezien dat Bach verscheidene talen gebruikt om zijn boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen: de taal van de tekst, van de muziek, en van de getallensymboliek. Gewoonlijk versterken zij elkaar, soms vallen zij samen als in een gezongen melodie de Allerhoogste geprezen wordt, soms ook wijst een instrumentale partij ons op de lange duur van de eeuwigheid. Alles voor de boodschap.

In de sopraanaria ‘Laudamus te’, Wij loven u, wij prijzen u, wij aanbidden u, wij verheerlijken u, is die boodschap duidelijk. Dit deel en het hierop volgende deel ‘Gratias agimus’ zijn de enige twee delen in de gehele Missa (Kyrie-Gloria) waarin wij (u en ik) actief handelen: wij prijzen, wij aanbidden en wij zeggen dank; eerste-persoon meervoud. En alsof de zangers al geen duidelijke taal spreken, betrekt Bach er op unieke wijze de instrumentalisten bij, in het ‘Laudamus te’ is dat de solo-violist. Deze zet de toon nog voordat de sopraan één woord heeft gezongen, onmiddellijk voorafgaande aan haar inzet:

Laudamus te zwieper 2 octaven
‘Laudamus te’, mt 12, een zwieper over twee octaven, juist voordat de sopraan de Hoogste gaat lofprijzen.

Nergens anders in deze aria verhoogt de violist in een gebroken akkoord over twee octaven zó de feeststemming. Aansluitend zingt de sopraan haar lofprijzing in deze bekoorlijke aria, die prima zou passen in een leuke opera1. Maar het is echt de solo-violist die onze verheerlijking van God tot Hem brengt: samen met de laatste uitroep van de sopraan op ‘glorificamus te’ bereikt de viool een duizelingwekkende hoogte2. Een hoogte die tot dan toe in geen enkele compositie was bereikt. Nog hoger en de viool zou onhoorbaar zijn geweest, maar ook in de stilte is God3.

Laudamus te hoogste vioolnoot
De niet eerder geëvenaarde a3 in mt 58 van ‘Laudamus te’ wijzend op de hoogst mogelijke verheerlijking. Van wie? Kijk naar de continuo, en aanschouw het octaaf: de vol(maakt)heid; God dus.

Deze hoogste noot ooit tot dan toe voor viool gecomponeerd door Bach in deze aria brengt ons dan weer bij Mozart, die in 1791 in zijn Zauberflöte-aria de Koningin van de Nacht de tot dan toe niet eerder gecomponeerde hoge f3 laat zingen. Bach komt met zijn a3 zelfs een kleine terts hoger dan Mozarts Koningin, maar ja, met de viool, en niet met de stem (gelukkig). Het gaat er echter niet om wie de hoogste heeft, maar wat opmerkelijk is. En dit is opmerkelijk. Hier is muziekgeschiedenis geschreven.

Noten:

1 Passend bij de muzikale mode in Dresden om zo zijn mogelijk toekomstige broodheer tevreden te stellen, waarvoor deze Missa een visitekaartje was. Poging mislukt, overigens.

2 van Hengel, Johann Sebastian Bach – vocale werken

3 1 Koningen 19:12