Hohe Messe by J.S. Bach, BWV 232, Wouter Olthuis

Requiem

door

Het stuk dat ik het vaakst heb gezongen -op het anonieme Lang zal ze leven en wellicht een enkele psalm na- is niet van Bach, ondanks mijn passie voor de man. Nee, dat is het Requiem van Gabriel Fauré. Het is namelijk sinds jaar en dag in onze stad traditie om op 4 mei vóór de stille tocht dit Requiem in de Grote Kerk tot klinken te brengen. En al die tijd maak ik deel uit van het koor. Een paar repetities zijn voldoende om de meestal bekende neuzen weer dezelfde kant op te krijgen. Het Requiem zelf biedt dan ook weinig verrassingen meer – dacht ik. Nu ik mij reeds ruim een jaar intensief met Bachs Hohe Messe bezig houd, worden mijn zinnen gescherpt en vernauwt zich mijn blik. Ik snuffel naar Bach en begin te blaffen als ik ‘m ruik. Bij deze: woef. 

Tijdens de repetitie op vrijdagavond 3 mei zag ik opeens de handtekening van de meester opdoemen in het Libera me. Bij monde van de sopranen gunt Fauré zijn voorganger Bach eeuwige rust:

Bach motief bij Faure
De sopranen zingen in maat 72-75 van het Libera me uit het Requiem van Fauré achtereenvolgens de noten B A C H. Eerder heb ik uitgelegd, dat in de duitse notatie van noten onze ‘bes’ een ‘b’ en onze ‘b’ een ‘h’ wordt genoemd.

In al die jaren is mij dat niet eerder opgevallen. Nu wel, en een lichte opwinding maakte zich van mij meester. Ik moest zeer de neiging onderdrukken om de repetitie niet spontaan te onderbreken om mijn vinding aan onze dirigent en de medekoorleden kenbaar te maken. Dat onderdrukken is mij gelukt; zo’n repetitie blijft natuurlijk een serieuze aangelegenheid waar hard wordt gewerkt. Uiteindelijk wist ik wel, dat ik mijn vondst kwijt kon. Hier, op deze website. Bij deze.

Rest nog de vraag of dit toeval is, of dat Fauré hier opzettelijk naar Bach verwijst. Enerzijds is het wijsje van deze 4 noten niet zeer onwaarschijnlijk, anderzijds komt het in het gehele Requiem maar één keer voor. Enerzijds staat het wel keurig op de juiste noten B A C H -en niet getransponeerd-, anderzijds had meneer Fauré wel een aansprekender stukje tekst kunnen kiezen. Ik weet het niet. Ik denk dat het toeval is. Mocht u er anders over denken, mail mij dat dan.

Naschrift: na het schrijven van dit stukje heb ik op ‘“Bach motif” en Fauré‘ gegoogeld. En jawel hoor, in 2013 heeft Smadar Carmi-Giberman dit eerder opgemerkt, zoals staat te lezen op de Bach Cantatas Website.